Het bieden van lichamelijke en emotionele veiligheid
De Grabbelton vindt het belangrijk dat een kind zich veilig voelt. Een kind dat zich veilig voelt, voelt zich goed en heeft energie om te leren en zich te ontwikkelen.
De Grabbelton schept hierin de volgende voorwaarden:
Vertrouwde relaties
Een relatie is het resultaat van herhaald contact. Een vertrouwde relatie ontstaat door een herhaald positief contact tussen kind en pedagogisch medewerker. Door langer met elkaar om te gaan, ontstaan verwachtingen en ontstaat er een emotionele band. De Grabbelton biedt kinderen een veilige en vertrouwde omgeving van waaruit het kind de ruimte krijgt om de omgeving te verkennen. Een warme, vertrouwde relatie met de pedagogisch medewerker is hierbij van essentieel belang. Daarnaast vormt het wenproces, voor aanvang van de plaatsing, een belangrijk startpunt voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen het kind en de pedagogisch medewerker en tussen de pedagogisch medewerkers en de ouder(s). Tevens hecht De Grabbelton veel waarde aan een zorgvuldige, aandachtige fysieke verzorging van het jonge kind omdat dit het kind het gevoel van geborgenheid geeft.
Structuur en voorspelbaarheid
Voor jonge kinderen is de hele wereld nieuw. Daardoor gebeuren er veel onverwachte dingen. Alles is onvoorspelbaar. Jonge kinderen zoeken daarom de nabijheid van hun ouders of pedagogisch medewerkers. Ze vertrouwen erop dat die goed op hen zullen passen. Bovendien geven de ouders en pedagogisch medewerkers structuur. Ze geven duidelijk aan wat wel en niet kan en ze begrenzen de ruimte. Binnen die ruimtes kan een kind op avontuur.
Een gezonde omgeving en basisbehoeften
Een veilig pedagogisch klimaat stelt eisen aan de materiele omgeving. Deze omgeving moet hygiënisch zijn en kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar van lichamelijk letsel. Daarnaast komt de omgeving tegemoet aan de veelzijdige ontwikkelingsbehoeften van kinderen. Bij de Grabbelton is er aandacht voor alle basisbehoeften.
Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties
Ontwikkelen en leren lijkt bij jonge kinderen vanzelf te gaan. Ze gaan uitdagingen aan, doen elkaar na en willen hun triomfen delen. Kinderen ontwikkelen zich in interactie met hun sociale omgeving. Ouders en pedagogisch medewerkers hebben een grote invloed op die ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers stimuleren de persoonlijke competenties van de kinderen.
De persoonlijke competenties zijn uitgewerkt in
Emotionele competenties
KIJK IK MAG ER ZIJN
Het gevoel van er mogen zijn en op anderen te kunnen vertrouwen ontstaat bij kinderen in relatie met andere mensen, zoals het vertrouwen in pedagogisch medewerkers, bewustwording van zichzelf, vertrouwen op eigen kracht en vermogen, bewustwording van identiteit, sekse, leeftijd en persoonlijke kenmerken.
Cognitieve competenties
KIJK, IK VOEL, DENK EN ONTDEK
Jonge kinderen zijn kleine onderzoekers. Ze willen hun wereld snappen: hun sociale wereld, hun gevoelswereld en de natuur en de dingen. En ze verruimen hun wereld door nieuwe ontdekkingen.
Communicatieve competenties
LUISTER, IK KAN HET ZELF ZEGGEN
Zelfs de allerjongste kinderen hebben vaardigheden om zichzelf kenbaar te maken. Door geluidjes, gebaren, kijken, oogcontact en bewegingen. Rond het eerste jaar komt daar de taal bij. De taal van jonge kinderen is aanvankelijke zeer beperkt, maar effectief voor de goede verstaander. De Grabbelton werkt vanuit de visie van Reggio Emilia die uitgaat van een uniek, leergierig en creatief kind dat graag wil communiceren. Daarnaast werken we met VVE waarin taal wordt gestimuleerd door het aanbod van Piramide-projecten.
Motorisch-zintuiglijke competenties
KIJK, IK KAN ‘T ZELF, HET LUKT ME
Jonge kinderen hebben een aangeboren drang om dingen zelf te doen. Eerst binnen de relatie met hun verzorgers, bijvoorbeeld leren zuigen, zich omdraaien. Later in toenemende mate zelfstandig, bijvoorbeeld kruipen, los leren lopen, glijden, fietsen, zelf eten en drinken.
Morele competenties
KIJK, IK BEN EEN LIEF, GOED KIND
Jonge kinderen willen er graag bij horen en verlangen naar goedkeuring. Ze zijn ontvankelijk voor regels en gezamenlijke rituelen. Ze leren gehoorzamen en ook om zichzelf te gehoorzamen. Dat laatste wil zeggen dat ze minder impulsief worden.
Creatief en beeldende competenties
KIJK, IK KAN DANSEN, ZINGEN EN IETS MAKEN
Ritmes, bewegen en zanggeluid maken horen bij de natuur van mensen. Evenals de neiging om zich uit te drukken in materie, door verven, tekenen, kleien, dingen maken en versieren. Plezier in schoonheid, eigen lijf en samenzijn zijn hiermee verbonden. Competenties die kinderen leren, hebben betrekking op:
Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties
Pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat alle kinderen zich veilig, geborgen en geaccepteerd voelen. Dat is de basis van de sociale ontwikkeling. Sociale kennis en vaardigheden zoals het zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. In de omgang met leeftijdsgenootjes en volwassenen leert het kind de uitwerking van zijn gedrag op anderen kennen. Hierdoor ontwikkelt het kind inzicht in de eigen gevoelens. Het leert al vroeg de betekenis van delen, troosten, helpen, rekening houden met anderen en omgaan met conflicten.
Het eigen maken van waarden en normen
KIJK, IK GROEI
Een kind wordt gevormd door de omgang met volwassenen en andere kinderen. Kinderen leren waarden en normen in de relatie, communicatie en interactie tussen kinderen onderling en tussen kinderen en volwassenen.
Ze moeten de kans krijgen om zich de waarden en normen en de ‘cultuur’ van de samenleving eigen te maken waarvan zij deel uitmaken. De pedagogisch medewerkers hebben hierbij een voorbeeldrol.
Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaalde gedragingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften naar de manier waarop mensen zich behoren te gedragen.
De pedagogisch medewerkers verzorgen kinderen een (groot) gedeelte van de week. Hierdoor dragen de pedagogisch medewerkers mede de verantwoordelijkheid voor het overbrengen van de waarden en normen. Het is dan ook van belang dat pedagogisch medewerkers en ouders communiceren over wat de wensen zijn in de opvoeding, omgang, de regels met betrekking tot elkaar en tot het kind. Het kind leert spelenderwijs om op een respectabele manier met anderen om te gaan. In haar handelen en houding brengen de pedagogisch medewerkers waarden en normen over op de kinderen.
Uitgangspunten pedagogische basisdoelen
Voor het realiseren van de pedagogische basisdoelen hanteert de Grabbelton de volgende uitgangspunten:
Pedagogiek van Emmi Pikler
De visie van Emmi Pikler richt zich vooral op kinderen van 0 tot 2 jaar.
Emmi Piklers’ benadering kenmerkt zich door twee principes: respect voor de behoefte aan een stabiele, persoonlijke band en respect voor de zelfstandige activiteiten van het kind. Vanuit deze principes ontstaat een derde: de noodzaak om het leven van het kind zinvol te organiseren. Er is een tijd voor rust en slaap, een tijd van wakker zijn in contact met de pedagogisch medewerker die het kind verzorgt en een tijd om zelf actief bezig te zijn. Deze tijden worden zo georganiseerd dat het kind er optimaal van kan profiteren. De dagelijkse verzorging (eten, wassen, verschonen, aankleden) is een belangrijke bezigheid. Het is het moment om samen te zijn en elkaar te leren kennen. Het respect voor het initiatief van het kind speelt in de visie van Émmi Pikler' een belangrijke rol.
Er zijn verschillende invloeden op het spel van baby’s zoals de ‘voorbereidende omgeving’, het spelmateriaal dat wordt aangeboden. Het spelmateriaal sluit aan bij hun leeftijd en belangstelling. Tijdens het vrije spel beschikken kinderen over een ruimte die aangepast is aan hun behoefte aan veiligheid, ontwikkelingswensen en hun behoefte om te ontdekken. De ‘speelplek’ is de plek waar kinderen omringd door hekjes, ongestoord kunnen spelen. Het is de taak van de volwassenen niet direct in de speelactiviteit in te grijpen.
De pedagogiek van Reggio Emilia
Reggio gaat uit van het onderzoekende kind. Kinderen zijn sterk, nieuwsgierig, enthousiast en ondernemend de wereld willen leren kennen. Zoals de kinderen naar de wereld kijken, waarnemend en onderzoekend, zo kijken volwassenen naar kinderen. Het kindbeeld wordt als basis van alles gezien. Het is het uitgangspunt van alles wat we doen, een visie op zowel ons werk als de wereld. De basis van deze pedagogische stroming is dat ieder kind vanaf de geboorte eigen talenten en eigen interesses heeft, dat ze nieuwsgierig en creatief zijn en dat dat gestimuleerd moet worden.
Reggio Emilia gaat uit van een uniek, leergierig en creatief kind dat graag wil communiceren. Zowel met andere kinderen als met de groepsleiding. Communiceren is niet alleen een kwestie van woorden, je communiceert ook via klanken, beweging, kleuren, schilderen, etc. Dit wordt “de honderd talen” genoemd. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op de gemeenschap en het ‘samen doen’. Vandaar dat ouders en anderen in de omgeving van de kinderen en de Grabbelton nadrukkelijk betrokken worden bij de activiteiten.
Reggio Emilia visie gaat namelijk uit van het idee dat opvoeding tot stand komt in wisselwerking met zowel de omgeving als de betrokken mensen.
In de praktijk houdt het in dat de kinderen bij De Grabbelton veel ruimte krijgen om zelf te ontdekken en zelf keuzes te maken. In plaats van de kinderen bezig te houden worden de kinderen gemotiveerd om zelf te ontdekken.
De methode Piramide
Deze methode is gericht op voor- en vroegschoolse educatie. Het kind wordt door het gebruik van Piramide goed voorbereid op de basisschool. Onze medewerkers hebben de gehele cursus van deze VVE methode gevolgd.
‘Piramide’ stimuleert jonge kinderen op een speelse manier in hun ontwikkeling. Door het aanbod van verschillende activiteiten krijgen ze in een veilige omgeving grip op de wereld. Zo biedt De Grabbelton elk kind de kans om zich optimaal te ontwikkelen. Piramide kent vrij en gericht spel. Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de kinderen met een project bezig, dan spelen ze gericht spel.
In de Piramide-methode is volop ruimte voor zelfstandig leren en ontdekken. Kinderen krijgen een rijke leeromgeving aangereikt, waarin ze eigen initiatieven kunnen ontplooien. Tijdens de projecten wordt bijvoorbeeld een aantal hoeken aangepast aan het thema. Zo worden kinderen gemotiveerd en geprikkeld in hun nieuwsgierigheid. Piramide biedt hulpmiddelen om te zorgen dat alle ontwikkelingsdomeinen goed aan bod komen. Ook geven ze een opbouw in moeilijkheidsgraad/uitdaging. Hierdoor werkt de Grabbelton gericht aan stimulering van bepaalde aspecten van de ontwikkeling.
Het volledige pedagogisch beleidsplan ontvangt u nadat uw kind is aangemeld bij de Grabbelton